‘Laat eens wat meer van jezelf zien.’
Een commando. Het zal niet zo bedoeld zijn, maar zo komt het binnen bij mij.
Zien jullie dan niets? Waarom dat ongeduld? Kijk, en wat je ziet, dat ben ik. Is dat niet voldoende? Voldoe ik niet?
‘Laat eens wat meer van jezelf zien!’
Mijn adem stokt. Ik krijg het benauwd en mijn handen voelen klam. Zij merken het niet. Over elkaar heen buitelend, elkaar overschreeuwend met hun enthousiaste ideeën en gedichtenspinsels beseffen ze niet hoe onmogelijk het is om hiertussen te komen. Hoe groter de groep, hoe meer gruwel.
Ik roep nooit gewoon wat. Denk daardoor vooral niet dat ik geen mening heb, die heb ik altijd! Maar nadenken kost tijd, afwegen van argumenten ook, en pas dan wacht ik op een gaatje in het debat dat er niet komt en als het uiteindelijk wel even stil is, is de discussie al vele stations verder. De aanvankelijke vrees voor hoe mijn zegje aankomt bij de anderen is dan allang veranderd in de overtuiging dat het waarschijnlijk niks waard is.
Laat eigenlijk maar zitten.
‘Wees maar eens wat ambitieuzer’.
Nu weet ik zeker dat ik daar weg moet. Hoe lang hou je vol om een ander te zijn dan die je bent? Wegwezen, neem jezelf serieus.
Het gelukkigst ben ik in mijn werkkamer, op mezelf, bezig, creërend op allerlei gebied. Ik weet best wel wat ik wil. Nu nog even dóen.
Laat me!
Laat mij gewoon lekker introvert zijn.
Mijzelf.
[metaslider id=”2875″]
Algemeen Dagblad, 3 maart 2018: Snel en luid is de norm