Abrupt trapt Paul op de rem, direct na de krappe bocht. Voor het hek van Hercules, onze gym, staan we stil. Verbluft kijken we elkaar aan. Dicht! Niet alleen dicht, maar echt op slot, met hangslot. En niemand te bekennen.
Het is donderdag, sportschooldag. We hebben de sporttassen achter in de auto gegooid, met een kratje en tassen voor de supermarkt. Op naar Nafplio. Mijn eerste frons verscheen toen het me opviel dat de grote slager op de hoek dicht leek te zijn. Vreemd. En niet alleen de slager, zag ik al snel, maar heel veel winkels. Nee, álle winkels. Dicht, gesloten, hekken ervoor, lampen uit. En eerlijk gezegd was het ongekend rustig op straat vandaag.
Dat was het moment dat mij een licht opging.
‘Verrek. Ochi-dag! Zou het dan tóch…?’
Wat me een niet-begrijpende blik van Paul opleverde. ‘Ochi? Nee? Wat?’
Ik had het kunnen weten hoor. Al een paar jaar lees ik het, eind oktober. Η μέρα του óχι, letterlijk vertaald Nee-dag. Grieken herdenken op 28 oktober, vandaag dus, dat zij indertijd bij de Tweede Wereldoorlog betrokken werden, na de pertinente weigering van hun opperste generaal om Italiaanse troepen toegang te verlenen tot Grieks grondgebied. Dit deed hij met een bulderend ‘Ochi!’– Nee! en een ferme vuistslag op de tafel. Hetgeen helaas niet hielp – men viel Griekenland daarna alsnog binnen. En nu kwaadschiks.
‘Nationale feestdag’, las ik gisteravond nog op een website ergens, wat me heel even deed schrikken. Dat klinkt namelijk als ‘alles is dicht’, en even schoot door me heen dat wij wilden gaan sporten; maar ja, dacht ik vervolgens, Hercules zal echt niet dicht zijn. Dat doen ze niet. Toch? En de supermarkten natuurlijk ook niet.
Wel dus.
Vol vertrouwen rijden we na onze vergeefse rit naar Hercules de parkeerplaats op van de grote winkel, maar we zien het al. Potdicht zit hij. Nogmaals kijken we elkaar aan en schieten dan in de lach.
‘Ochi dus – nee dus!’
Vandaag wordt er niet gesport, worden de boodschappen niet gedaan. De Grieken genieten een nationale feestdag.
Nee is nee.