Katholikos

Een witte Volkswagen staat te manoeuvreren op het doodlopende weggetje voor ons hek. Ha, daar is Sander! zeg ik, maar meer als grap, want natuurlijk is het niet de witte VW van mijn jongste, dan zou hij vier dagen onderweg zijn geweest hiernaar toe. Nee, kan niet. Wat een leuke verrassing zou dat trouwens zijn, schiet het nog heel snel door mijn hoofd, terwijl ik kijk hoe Mickey zijn taak serieus neemt en naar de onbekende witte auto blijft blaffen die voor ons hek omdraait en weer weg zal rijden – dacht ik, want er keren wel meer auto’s hier op het weggetje.

Maar als Mickey blijft blaffen, kijk ik op. Ik zie een man staan, buiten ons hek. Een Griek, middelbare leeftijd, met een zeer Griekse aimabele uitstraling. Hij zwaait. Ken ik hem? Volgens mij niet. Is hij uit het dorp? Ik stoot Paul aan, die zijn schoenen opzoekt, en ik loop alvast naar buiten.
‘Giea sas!’ roept de man, vriendelijk lachend, en ik ook. ’Hallo!’ voeg ik er aan toe, om hem voor te bereiden op mijn nog steeds te kleine Griekse communicatievaardigheden. Maar de man begint direct een heel verhaal, in rap Grieks. Het gaat over de kerk. Met de hand op zijn hartstreek bezweert hij mij een gelovig katholiek te zijn – ‘Katholikós!’ – en dat is opvallend in een overwegend Grieks-Orthodox land.
Op mijn vraag of hij misschien een beetje Engels spreekt, schudt hij spijtig zijn hoofd ‘Nee, ik ben Katholikós’ herhaalt hij. Het mysterieuze verband tussen mijn vraag en zijn antwoord laat ik even op me inwerken, terwijl Paul zich bij ons voegt. We staan inmiddels buiten het hek op straat, bij de witte auto van onze gast. Mickey drentelt om ons heen, tot rust gekomen omdat er geen gevaar lijkt te dreigen.

‘Ekklesia,’ benadrukt de Griek nogmaals. ‘Kerk’. Hier gaat het over, dat had ik al wel begrepen. Ik denk aan de Jehova-getuigen in Nederland. Komt hij zieltjes winnen? De man houdt een gloedvol betoog over de heilige Drie-eenheid, de Agia Triada, en terwijl ik me afvraag hoe het komt dat ik als atheïst toch religieuze Griekse woorden herken, duikt de man plotseling zijn auto in, om ons even later een paar mooi beschilderde, zorgvuldig in folie verpakte bordjes ouder de neus te duwen. ‘Kijk. Agia Triada. Deze, deze en deze.’ 
Een Christuskop, de Drie-eenheid, Maria, God zelf, het zijn stuk voor stuk echt mooi uitgevoerde christelijke iconen. Met een soort programmaboekje erbij geleverd. H Mageia, zie ik daarop als titel vermeld staan. Dat intrigeert me. Magie? Hoe dan?

‘Het zal wel iets kosten’, mompelt Paul, ‘maar dat geeft niet. Welke zullen we nemen?’ Want het is duidelijk dat de welwillende Griek ons iets aan de man wil brengen. Hij duwt ons drie andere bordjes in de hand. ‘Agia Triáda’, wijst hij, nog een keer. ‘Deze horen bij elkaar!’
Póso kostízie?’ Paul is beter in Griekse conversatie dan ik. ‘Wat kost het?’ 
Tien euro, per bordje, is het rappe antwoord. ‘Ja, dag,’ zegt Paul dan, zachtjes, in het Nederlands. ‘Ik ga geen dertig euro betalen. Dan neem ik er maar eentje hoor.’

We wijzen er een aan. Nogmaals slaat onze Griek op zijn hartstreek. ‘Katholikós!’ roept hij. Dankbaarheid loopt van zijn gezicht af zoals bij ons het zweet. Terwijl Paul binnen geld haalt, begint onze Katholikos een praatje, met mij. ‘Mooi hier hoor!’
Ja, dat kan ik beamen. 
‘Warm nu, he?’
Dat ook. Het is 38 graden. ‘Ja, zeker warm.’
‘Gaan jullie zwemmen?’ Dit vraagt bijna iedere Griek ons overigens. Ik hou helemaal niet van zwemmen of van water, maar okee, ik heb geleerd om er in mee te gaan ‘Ja, we willen nog wel gaan’, krijg ik eruit, in het Grieks. 
Hij knikt enthousiast. ‘Nou, maar sneeuw is ook mooi,’ vertrouwt hij me toe. Sneeuw? Deze overgang verrast me.
‘Dat is wel koud’, zeg ik verschrikt.
‘Ja, dat wel. Koud. Maar wel mooi!’ Zijn arm zwaait langs het bergsilhouet. ‘Sneeuw is mooi!’
Daar geef ik hem wel gelijk in. Het is een mooi gezicht, sneeuw. Gelukkig hebben we het hier nog nooit gezien.
Paul komt terug en duwt hem het geld in de hand, wat ons op nog meer dankbetuigingen namens de Katholikí en de Agia Triáda komt te staan, voordat de goede man vertrekt.

We hebben de Griekse kerk gespekt. We hebben haar ondersteund in de verspreiding van angstaanjagende doemverhalen, laatste Dagen des Oordeels en angstaanjagende waarschuwingen voor de dodelijk giftige invloed van magie en ketterij, zoals later blijkt, als we het bijgeleverde pamflet openslaan. 

En ik, als atheïst, ik hou juist zo van magie.

(Visited 23 times)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *