De mannen gingen te voet terug. Ze liepen terug naar Nederland, na jaren tewerkgesteld te zijn geweest in Duitsland. Het was 1945, de oorlog was voorbij en nu mochten ze naar huis. Sommigen konden met de trein, maar velen hadden niets anders dan hun benenwagen.
Ook mijn vader. Hij liep de ruim 400 kilometer van het Duitse Kassel naar Rotterdam. Ik heb me de afgelopen jaren afgevraagd hoe dat gegaan is. Hij moet er wel een paar weken over gedaan hebben. Hoe sliepen ze, wat aten ze?
Maar het was te laat, de antwoorden op mijn vragen zal ik nooit krijgen, want hij heeft er tegen ons nooit iets over gezegd, hij heeft er geen woord aan de oorlogsjaren vuil gemaakt, of nou, heel erg weinig woorden. Vaag weet ik dat hij in Kassel in een soort bejaardenhuis in de keuken gewerkt had en daar had leren koken (hij kon dat ook veel beter dan mijn moeder, die er geen enkele interesse in had). Dat was alles wat hij kwijt wilde, of kon.
Ik wist van niets, totdat mijn moeder een paar jaar geleden ineens op haar praatstoel plaatsnam en terloops vertelde over die voettocht. Maar ja, toen was mijn vader al ruim twintig jaar dood. Ik was verbijsterd. In mijn jeugd waren we bijna elk jaar op weg naar ons vakantieadres langs Kassel gereden. Elk jaar! En nog steeds geen woord over de oorlog.
Mijn vader was 22 jaar toen de Tweede Wereldoorlog begon en ten tijde van die lange wandelmars terug naar Rotterdam dus 27. Zevenentwintig.
Waar hield ík me mee bezig op die leeftijd? Ik zat nog in mijn bubbel, het was 1984 en ik studeerde af op het conservatorium Ik had geen benul van het echte leven. Ik liet de opleiding achter me en ging de vrijheid, een mooie toekomst in de muziek tegemoet, dacht ik toen nog.
Mijn vader ook, indertijd. Op zijn 27e werd hij bevrijd en een nieuwe toekomst lag voor hem. Wat zouden zijn gedachten geweest zijn tijdens die lange mars? Hij zal vast veel hoop gehad hebben, net als ik in 1984. Maar hoe verschillend waren de omstandigheden.
Mijn moeder is 27 als ze vol opgekropte woede en frustratie haar leven wil ontsnappen via een huwelijk, met mijn vader die dan de verschrikkingen van zíjn 27 alweer acht jaar achter de rug heeft. Ook zij had een nieuw begin vol vrijheid voor ogen, met iemand die wél naar haar pijpen zou gaan dansen. Ze heeft zeker hoop gehad, een paar jaar, totdat er kinderen kwamen die haar weer aan banden legden. Ik, in eerste instantie.
En ja, nog een generatie verder: voor mijn oudste zoon was zijn 27e ook een hoopvol omslagpunt. Hij stond al midden in het leven met een prima baan na zijn studie als hij een serieuze LAT-relatie met zijn vriendin begint. Voor hem ligt een nieuwe toekomst.
Wat is er toch met die leeftijd? Komt het niet bekend voor, 27? Ja, er bestaat een soort club met dit naam. Maar als je onder de leden hiervan geschaard wordt, is het niet goed met je afgelopen. Gelukkig kan het dus ook anders. Maar hoe dan ook, ergens lijkt de leeftijd van 27 jaar behoorlijk bepalend te zijn in een mensenleven. In ieder geval mijn familie. Daar lijkt het de springplank naar een nieuwe start te zijn.
Omstandigheden bepalen ons leven. Tijden veranderen. Niet dat we nu niet mogen genieten natuurlijk. Ik hoef echt niet constant doordrongen te zijn van het feit dat ik niet tewerk gesteld ben.
Mijn vader wandelde 400 kilometer van Kassel naar Rotterdam. De oorlog was voorbij. Hij was pas 27 en had al jaren verplichte arbeid bij de Duitsers achter de rug. Op diezelfde leeftijd zat ik in een luxe bubbel en had nog niks meegemaakt. Soms dringen dingen plotseling echt tot je door.