Al een paar weken is er groeiende bedrijvigheid in en om ons dorp.
Gerommel tussen de sinaasappelbomen, af-en aanrijdende gammele pickup-wagens, mannetjes op oude brommertjes met kratten achterop. Snoeiafval langs de weg, kratjes, véél kratjes voor de verwachte opbrengst uit de bomen. Moddersporen vanuit de gaarden over de weg.
We hebben al gezien dat hier en daar de sinaasappelen van de bomen beginnen te vallen. De olijven trouwens ook, bij stevige wind rollen ze ook van onze eigen bomen over het tuinpad. Dus de tekenen wijzen erop: er staat wat te gebeuren.
We zitten in het zonnetje op ons terras als vanuit de verte een ritselend geluid ons nadert. Alsof iemand met een stok tegen takken slaat. We kijken elkaar aan. Beginnen ze dan al? Start de oogst?
Als ik even later bewegende voeten onder onze olijfbomen zie, weten we het: het is bij ons. Ja! Iemand is bezig in onze olijfgaard. Duidelijk zijn nu ook de korte petsjes hoorbaar van een stok op de takken van de bomen.
‘Inspectie’, fluister ik. Waarom fluister ik? ‘Hij kijkt hoe de olijven erbij hangen’. Of nou ja, niet alleen kijken, maar hij ramt ertegenaan en om zien of ze er wellicht afvallen. Test. Denk ik.
De man blijft uren bezig. Vanachter mijn werktafel gluur ik naar buiten, waar ik hem zie rondscharrelen met een grote emmer. waarin hij olijven verzamelt die hij allemaal van de grond lijkt op te rapen. Uit zijn achterzak steekt een soort hark. Nieuwsgierigheid wint het van geduld en wij stappen naar buiten om ter plekke even te kijken.
‘Giea sas, Giea sas’, roept de man als hij ons ziet en gelijk stort hij een enthousiast verhaal over ons uit, geïllustreerd met grote armgebaren. In rap Grieks natuurlijk.
Maar een paar woorden filter ik eruit. Die had ik gisteren opgezocht, juist ten behoeve van de komende sinaasappel- en olijvenoogst. Μαζεύω, hoor ik, να μαζέψουμε, μαζεύομε. Oogsten, plukken. Verzamelen. Dat klopt, dat deed hij. Terwijl ik redelijk trots ben op mijzelf hervat de man na wat vriendelijke knikjes zijn bezigheden in onze gaard.
Later in de middag tref ik tussen de olijfbomen twee grote kratten aan, gevuld met olijven. Een klein houten laddertje verdwijnt recht omhoog een olijfboom in. Maar dit kan toch nog niet alles zijn, de oogst? De bomen hangen nog vol. De echte grote pluk moet nog moet beginnen, denk ik, als we kunnen afgaan op de vooraankondigingen van onze huiseigenaar Kyriakos.
Nee, vandaag heeft onze man alleen nog maar de afgewaaide olijven verzameld, als voorbereiding op het echte werk, zodat ze niet geplet worden onder de netten waarop straks de olijven gaan vallen die zei uit de boom gaan schudden-slaan-meppen. Of onder de zware laarzen aan de voeten van de plukkers. Denk ik. Waarschijnlijk is dit wat hij ons vanmiddag zo beeldend heeft uitgelegd.
Morgen komt hij terug, onze man.
Er staat nog heel wat te gebeuren.
Ik heb een paar potjes ingemaakt…..
Nee, die komen later pas, Aad. Naar behoefte. 🙂
Erika, die kleine prikkertjes, waaraan de olijven vaak gespietst zijn, groeien deze gelijk op met de olijf?
Ja geweldig hè en dan het insnijden en op sap zetten ohhh heerlijk