De clivia bloeit. Dat is niets bijzonders waarschijnlijk, clivia’s bloeien wel vaker. Alleen gaat het hier om een vrij bijzondere clivia, vind ik.
Mijn vader kocht hem ooit, toen hij dat nog kon. Hij is al 25 jaar dood, dus een simpel rekensommetje vertelt me dat de plant nu zo’n 30 jaar oud is. Ik heb een foto uit 1994 van mijn vader, waar ook deze clivia als jonge plant op staat, en ik weet dat hij toen al een paar jaar in de huiskamer bij mijn ouders stond te pronken.
Een clivia gedijt het beste bij verwaarlozing. Geen totale verwaarlozing natuurlijk, maar bij minimale verzorging haalt hij al het beste uit zichzelf. Dan pas neemt hij de moeite om een bloem te ontwikkelen.
Na de dood van mijn moeder, nu dik vier jaar geleden, is de plant met ons meegegaan naar Den Haag. Maar pas toen hij een plek had gekregen die hem beviel, legde hij zich, een beetje namokkend, bij zijn lot neer. Vanaf dat moment gedijde hij behoorlijk en beloonde hij ons af en toe met een prachtig rode bloem.
Maar ja, de inmiddels bejaarde clivia kon niet mee naar Griekenland. Hij was te groot, ik wilde hem niet een verblijf van drie weken in een gesealde pallet aandoen en onze eigen auto zat al tot de nok toe vol. Dus bleef hij alleen achter in ons appartementje in Den Haag, tot onze volgende rit naar Griekenland. Met een scheut water per maand zou het het best overleven en daartoe vond ik Jongste gedurende onze afwezigheid wel bereid.
Drie maanden eenzaamheid op zolder en drie dagen in een kartonnen koker achter in de auto. De plant klaagde niet. Eenmaal thuis na de rit bevrijdde ik hem van de verpakking, zijn bladeren golfden soepel rondom terug in model, als haar dat uit een knot wordt losgelaten. Minzaam nam hij zijn nieuwe plek hier in Velanidia in.
Nu, zes weken later, bloeit hij weer uitbundig. Mijn vader zou trots zijn.