Een hard fluitje doet me omkijken, terwijl ik zeker ben dat het niet voor mij is bedoeld. Ik sta op het terras met de tuinslang waarvan net weer de spuit is afgevlogen, zodat ik zeiknat ben. Nog zo’n fluitje en dan zie ik waar het vandaan komt.
Boven het muurtje van de tuin steekt een hoofd. Dat hoort bij iemand die op een ladder staat en naar mij fluit. Nee, alleen maar om mijn aandacht te trekken.
Ah. Giorgios, onze buurman van lager op de heuvel. Hij staat op de ladder en wappert met een stuk papier. Post? Hij zegt iets, maar hij staat te ver weg en hij is sowieso al moeilijk te verstaan in zijn Griekse dialect. Hij zwaait en roept nog wat en stopt de envelop dan tussen het gaas en de paal van de erfafscheiding. Ik steek mijn duim op en knik blijmoedig, waarna zijn hoofd weer verdwijnt.
Aangezien niemand hier een adres heeft, kan post verkeerd bezorgd worden, zeker als de postbode nog niet precies weet wie je bent. Dat gebeurt dus ook vaak, maar het is niet erg – buren komen de post altijd wel een keer brengen. Maar de envelop van DEI, het Griekse elektriciteitsbedrijf verwacht ik niet. Ik krijg van hen alles digitaal en ik heb mijn factuur allang binnen.
Nerveuzig verscheur de envelop – want ik zie nog steeds direct spoken bij dit soort zakelijke post – en graai de brief eruit. Wat ik zie bezorgt me bijna een hartverzakking.
2000 euro. Hè? Ik knipper met mijn ogen. Ik heb een heel ander bedrag op de factuur staan, over dezelfde periode. Dit kan niet. Ik kijk nog eens goed en pas dan valt me de tenaamstelling op.
Ah! Deze brief is helemaal niet voor ons! Een zucht van verlichting ontsnapt mij. Hij is voor de buurman, die uit Chicago. Vermoed ik dan. Giorgios is zijn broer, en misschien heeft die mij alleen maar als doorgeefluik gebruikt en riep hij al wapperend met de envelop gewoon: ’Voor mijn broer! Je buurman!’
Maar. Hoe kan het dan dat iemand die maar een paar weken per jaar van zijn huisje gebruik maakt zo’n eng hoge stroomrekening krijgt?
Zwetend pak ik mijn eigen ontvangen factuur erbij, die compleet in het Grieks is opgesteld. Net als bij salarisstroken (vroeger) heb ik tot nu toe alleen maar gelet op het bedrag onder de streep. Maar voor de tweede keer in vijf minuten slaat de schrik me om het hart. Want wat zie ik?
‘Verbruik kWh: 0’.
Hè? Dat kan niet. We zijn er best zuinig mee, we hebben een zonneboiler, geen vaatwasmachine en geen wasdroger, maar we gebruiken echt wel elektriciteit. Ongerust blader ik online naar de vorige facturen en ja hoor. Overal zie ik het staan. kWh: 0. Nul. Zero. Mithén. Wat ik betaal, zijn alleen de vaste lasten en zo. Waarom is me dat niet eerder opgevallen?
Ergens klopt iets niet. Het lijkt alsof ons verbruik op de rekening van de buren terechtkomt. En hun niet-gebruik op de onze. Geen bezwaar natuurlijk, maar ja. Hier komen we zelf niet uit, in het Grieks, met de uitsluitend Grieks-sprekende medewerkers van DEI. We gaan naar onze huisbaas Kyri, die altijd bereid is te helpen en in te springen en we leggen de facturen voor zijn neus.
Zelfs zíj́n wenkbrauwen rijzen de pan uit. ‘Hoe kan dat nou? Ik heb eerder facturen voor Giorgios gekregen, maar nou, ja, eh, nee, deze is voor Athainios, de andere broer, eh …’ dit gaat gepaard met een Grieks vaag gebaar en gemompel.
‘Raar. Deze is niet voor jullie hoor, maar voor de buren, of die familie in ieder geval. Maar jullie gebruik staat elke keer op nul? Nee…’ Grijnzend krabt hij zich achter de oren. ‘Dit klopt niet, nee. Iets is niet goed.’
Onze vrees dat de twee meters door elkaar zijn gaan lopen kan hij niet geloven. ‘Nee, er moet iets anders zijn. Maar wát dan?’
Gehaast bladert hij door een ordner, maar kan niet vinden wat hij zoekt. ‘Ik zoek het uit’, zegt hij vervolgens met een brede glimlach, de twee rare facturen naar zich toetrekkend. ‘Ik laat het weten. Ik ga ermee aan de slag!’
Ik voel me al gelijk een stuk rustiger. Hij vraagt ons alleen om thuis het nummer van onze elektriciteitsmeter te controleren.
Dat dus niet blijkt te kloppen. Dat wil zeggen, het meternummer op mijn factuur is niet hetzelfde als dat op het het labeltje aan de elektriciteitsmeter. En het meternummer van onze buurman, dat staat vermeld op onze facturen.
‘Ik denk dat ik weet wat er fout is!’ appt Kyri mij, nadat ik hem dit heb doorgegeven. Ik denk het ook te weten. Wij hebben tien maanden lang de factuur van de afwezige buren betaald. Zij hebben nu het verbruik van ons op de mat gekregen. Dat vermoed ik.
‘Ik ga met de elektricien aan de slag. Hij heeft destijds een foutje gemaakt bij de overschrijving op jullie naam. Ik laat het je weten!’
Ik vermoed ook welke naberekening wij nu ongeveer van het nutsbedrijf in de mailbox zullen krijgen.