Huis zeven

We zijn wel even verkeerd gereden, maar dan zie ik ze zitten, zwaaiend om onze aandacht te trekken. We mogen het huis bekijken terwijl het nog wel verhuurd is.
‘Wilt u een mondmasker op?’ Ze vraagt het nerveus en ik zie het pakje in haar hand, waar ze iets probeert uit te trekken.
Helemaal vergeten. Maar ja, we staan nog buiten, dan hoeft het toch niet meer? Toch vis ik snel mijn eigen kapje uit mijn tas, ook Paul plaatst het schuldbewust over zijn gezicht, wat ons op een dankbare blik van de eigenaars komt te staan.

Ze blijven er angstvallig, bijna paniekerig aan vasthouden. Het masker lijkt wel hun reddingsboei. Tijdens de hele rondleiding binnen maar ook buiten, tijdens het drinken van een glas water, bijna moest dat door het kapje heen. Waar zijn ze zo bang voor? Ik steek de moord, het is zo’n 35 graden en wat mij betreft veel te heet voor zo’n verstikkend ding. Het verpest de bezichtiging van een heel leuk huis, dat zie ik ondanks alles heus wel, maar ik wil eigenlijk zo snel mogelijk weg.

We keuvelen best gezellig, maar ongemakkelijk vanwege de verstikkende lap voor mijn hoofd, over alles wat er in de buurt te beleven is, maar wat mij betreft is dat alleen interessant voor toeristen. We kennen de regio.

Uiteindelijk komt de verlossing als we weer in de auto stappen. Al voordat ik zit heb ik het kapje van mijn gezicht gerukt. Pffft. Jemig. Wat een opluchting.

Ze zwaaien ons uit, gemaskerd en wel.

(Visited 131 times)