Koken

‘Ik ben moe,’ zucht ze. ‘Moe, zoals ik nog nooit geweest ben. Moe van een jaar niks doen. Niks mógen doen.’ Het is haar aan te zien, de nieuwe lijnen in haar gezicht spreken voor zich.

Ze schuift een stoel aan bij ons tafeltje op het terras van haar restaurant en laat zich erop zakken. 
‘Koud hè?’ verzucht ze, als Griekse is ze wat meer warmte gewend. 
Klopt, het is nog best koud, onze dikke jas is bepaald niet overbodig. 
Brr. Maar ja, Ik ben zó blij dat we weer een beetje open mogen! Al is het nog niet veel. Een paar uurtjes terras, tot zes uur ’s middags, dat is alles. Maar ik wil meer! Ik wil mijn zaak terug!’ Een paar gebaren zetten haar woorden kracht bij. 

‘Maar goed,’ vervolgt ze, ‘we zijn nu even een lunchroom, we hebben een echte lunchkaart gemaakt.’ Haar brede glimlach verschijnt op haar gezicht, haar duim wijst naar het restaurant achter haar.
‘Ik moet zo naar de keuken. Heerlijk! Dan kom ik tot rust, hoe moe ik ook ben. Klinkt gek misschien, maar lekkere dingen maken voor de gasten, weet je, gewoon hard doorwerken, daar knap ik van op. Thuis niet hoor. Thuis kook ik nooit,’ gaat ze in één adem door, haar ogen fonkelen als ze fel overeind schiet.
‘Nee, echt! Ik háát koken!’ Het komt uit haar tenen.
Wat? Ik verslik me in mijn witte wijn. 
‘Echt! Ja, hier niet, maar thuis. Elke dag moeten bedenken wat je moet maken, vreselijk. Gezonde dingen en zo. Nee, ik hou helemáál niet van koken. Ik ben meer een snoeper,’ voegt ze eraan toe, enigszins schuldbewust. ‘Slechte dingen, dus.’ 

Er verschijnt een ondeugende grijns op haar gezicht. ‘Zo fijn, ons restaurant. We eten gewoon elke dag hier iets uit de keuken. Altijd lekker. O!’, met een blik op haar horloge springt ze overeind. ‘Ik moet beginnen. Ik mag weer. Koken!’

(Visited 87 times)