Motten

Opgewekt stappen ze naar binnen, de een met een karretje in de hand, de ander een grote rechthoekige tas. ‘Hello!’
Met de corona-anderhalve-meter in mijn hoofd verplaatst ik me vlot een stuk naar achteren. ‘Daar staat hij!’ wijs ik
‘Ah!’ Voortvarend stuiven ze langs me heen, de woonkamer in, waar we al wat ruimte gemaakt hebben, en gaan ze de slag.

Ze komen voor de piano, de twee Russische mannen. Of eigenlijk Litouwse. Ze hebben hem gekocht, de betaling was zelfs al gedaan, bij voorbaat, via een Litouwse bank.
‘Gaat mijn piano nou naar Litouwen?’ had ik nieuwsgierig gevraagd, maar dergelijke vragen negeren ze volledig. 

Nu staan ze handenwrijvend hier, hun blik begerig op de piano. Ik wil iets ter inleiding zeggen, maar slik het in. Voor ik het weet, liggen de voorpanelen er al af. Een van de twee mannen heeft op de kruk plaatsgenomen en begint te spelen. Hij stopt bij een enigszins vals akkoord. Ik krimpt ineen, maar in mijn advertentietekst had ik waarheidsgetrouw gemeld dat hij nodig een stembeurt moest hebben. In de hand van de man zwaait al een zware stemsleutel, die hij razendsnel uit de grote tas gevist moet hebben. Geroutineerd begint hij wat snaren op te draaien.
Aha! Het wordt me duidelijk. Dit is een pianostemmer! 

De twee wisselen wat woorden, zoals mensen doen die al jaren samenwerken. In het Russisch. De stemmer slaat hardhandig wat toetsen aan, wat me nog meer in elkaar doet krimpen. Natuurljk net de toetsen die wat schel klinken. Ja dat wist ik wel! zou ik willen roepen, maar ik speel helemaal geen rol in dit stuk. Met z’n tweeën halen ze nog meer onderdelen uit de piano, hun vingers vliegen kritisch langs een plank met een rode viltrand. 
‘Tuttuttut…’ mompelen ze, hoofdschuddend, waardoor ik, gealarmeerd, overeind veer.
Dan richt tweede man zich tot ons, in gebroken Engels. ‘Motten’, zegt hij.  Hij is de eigenlijke koper, met hem heb ik contact gehad en deze de afspraak gemaakt.
Ik frons. Motten? Hoezo motten?
‘Het vilt is kapot,’ zegt hij. ‘Kijk!’
Behendig wipt de stemmer een compleet toets eruit, die schelle, met mechaniek, hamer en al. Het lijkt wel jongleren. Zijn vinger prikt in het vilt. 
‘Viltjes’, vervolgt de koper. ‘Die moeten gerepareerd worden!’ Zijn meewarige blik op mij veroorzaakt een lichte kriebel van irritatie. Versleten viltjes? Dat is toch niet zó raar van een 40 jaar oude piano, waarvan niks ooit vervangen is?
‘Motten.’ Zelfverzekerd knikkend houdt hij vol. 
Maar waar dan? Ik zie niks behalve een beetje versleten vilt.

De mannen vervolgen hun staccatogesprek in het Russisch. De toon daarvan stelt me niet gerust, die klinkt me niet zo positief in de oren. Dat wordt niet beter als de stemmer de toets hoofdschuddend terugplaatst en met de stemsleutel nog wat langs een paar knoppen vliegt.
‘Hij blijft niet goed op toon’, meldt hij dan.
Mijn mond valt open, maar ik zeg niks. Wat een onzin. Wat hij bijgestemd heeft, is namelijk een hele verbetering. 
Samen duiken de mannen nog een keer het binnenste van mijn piano in, het diepe Russisch uit hun keel rolt heen en weer.
‘Wordt niet veel op gespeeld, nu?’ De koper richt zich plotseling weer tot mij. 
Nee, dat klopt, de laatste jaren niet meer, maar tijd voor uitleg krijg ik niet, de vraag blijkt retorisch te zijn.
‘Weet je, dan hebben motten veel kans om te ontwikkelen’, vervolgt hij grijnzend. ‘Als je speelt, sla je ze – boem! – plat!’ Zijn hand petst illustratief op zijn dij.
Mijn verbijstering groeit. Terwijl allerlei beelden door mijn hoofd flitsen, van mijn moeder die veertig jaar geleden zielsgelukkig deze piano kocht – nou ja, mijn vader kocht hem – , van de dag dat hij twintig jaar later bij ons naar binnen gesleept werd, en al die jaren van E erachter, veranderend van jochie tot volwassen man die het huis uitging en het instrument zielloos achterliet.
Het is een flits, maar tijdens deze flits hebben de mannen de piano voortvarend alle onderdelen weer op de goede plek geplaatst. Vervolgens richten ze zich ernstig tot ons.
‘Motten.’ De herhaling klinkt als een eindconclusie, maar ik geloof ze niet. Ik heb nooit een mot gezien!
‘Jammer, want de klank is namelijk prachtig!’ vervolgt de koper, hij klinkt oprecht teleurgesteld. De stemmer knikt instemmend met hem mee. ‘Ja, echt heel mooi!’
Deze bevestiging doet me goed, ondanks alles.
Maar hij zucht en gaat door. ‘De piano moet onderhoud hebben, gereviseerd, viltjes vervangen. Dat doen we niet, kost teveel tijd.’ Hij legt uit dat zij piano’s opkopen om weer te verkopen, wat ik al vermoedde. In Litouwen, waarschijnlijk.
‘En dan verdienen we er niets meer aan.’ Spijtig gaan zijn ogen nog een keer langs mijn piano als het vonnis uiteindelijk valt. ‘Sorry. We laten hem staan. We doen het niet.’
Ongelovig staar ik hem aan. ‘Niet?’

Ze pakken de tas en het karretje en vertrekken. ‘Succes!’ hoor ik nog, voordat de deur achter ze dichtvalt.
Zwijgend schuiven we alle meubels weer op hun plek. Motten? Grommend stort ik het betaalde bedrag naar de Rus terug.

Mijn piano lijkt tevreden te knorren in zijn hoek.

(Visited 77 times)