1982 – Lamastre. Het verhaal achter de foto

Een hele lijst met do’s en don’ts van onze geliefde docent ging eraan vooraf. Geruststellingen aan ouders of andere directe familie, het vooruitzicht op een paar concerten in Frankrijk, maar: we gingen!

Het was 1982. Met de hele cellogroep van het Gronings conservatorium een week op reis. De hele cellogroep, onder de strenge hoede van herder Ben. Van eerstejaars tot bijna afgestudeerd. Van kneus (ik) tot ster. Iedereen mocht mee. Ik mijn 24-jarige, onschuldige ik, ook!

Ben en zijn Britse vouw Mary hadden een huis bij Lamastre, een dorp in de Ardèche. Hij was als hoofdvakdocent al eerder met zijn hele groep daar geweest, maar toen was ik nog geen cellostudent.
‘Doe voorzichtig. Gebruik je verstand, want dat heb je,’ fluisterde mijn vader me vlak voor vertrek toe. Dolblij stuiterde ik het busje in, waarmee we in één ruk naar Lamastre zouden rijden. Een dag en een nacht, iedereen met een rijbewijs reed een stuk, men wisselde elkaar af. 

Fantastisch was het. We speelden, sliepen en aten in Bens oude, flink verbouwde huis op de berg. Het was genieten van dem heerlijke tuin, met groenten een pergola van druivenstokken. Twee keer per dag hadden we repetitie, om aan het eind van de week twee of drie concerten in de buurt In dorpen, kleine stadjes te presenteren, bij burgemeesters, of andere notabelen die Ben natuurlijk allemaal kenden.

En tussendoor studeerde men natuurlijk op de lastige stukjes van zijn partij. Iedereen. Overal zat wel iemand. Onder het afdak, in de schuur, op het terras, in de tuin, op het gras, in de repetitieruimte, overal. O, en kijk, het was de periode dat ik zwarte haren op mijn stok had.
’s Avonds werd er gekookt. Iedereen hielp mee, van uien snipperen tot afwas. We gingen naar het dorp voor de boodschappen.

Vlak voor een repetitie, tijdens het stemmen, kwam Ben een keer met het verhaal over een beroemd Nederlands violist die kennelijk bij elke repetitie nét een fractie hoger stemde dan de A440 van he orkest. ‘Nét niet teveel, zodat het op zou vallen en fout gestemd zou lijken,’ zei hij met enig ontzag in zijn stem. ‘Waarschijnlijk voor nét meer effect, ter onderscheiding, maar nét niet storend…’
Voordat ik het wist, hoorde ik mijzelf reageren. ‘Ja, óf hij hoort het niet…’
De hele groep schaterde het uit, verbluft zat ik op mijn stoel.

En op een ochtend maakte iemand deze foto van mij. Een foto waar alles opstaat. De vrijheid, het onbekommerd, ongeremd, geconcentreerd zitten spelen. En – belangrijk en tamelijk ongekend voor mij – ergens bijhoren, meedoen. Ik voel het nog nog precies, tot in detail, deze werkweek in Frankrijk. Een soort ommezwaai in mijn zelfvertrouwen.

Nog wat foto’s van die week:

(Visited 26 times)