
We gaan. Uiteindelijk is het allemaal net op tijd gelukt. Dat wil zeggen, nadat we ons vertrek tien dagen hebben uitgesteld en de boottickets met veel moeite hebben kunnen aanpassen.
Maar nu gaan we. Witte kentekenplaten op de auto voor de export, een buslading dozen en meubelstukken die de transporteur komt afleveren en een leeg, kaal huis dat we achterlaten waar ik ruim vijfentwintig jaar heb gewoond. Ik laat daar ellende achter waar ik niet meer aan denk, maar gelukkig oog veel meer hele fijne jaren.
Dag Den Haag! Dag Ypenburg!
We glippen eindelijk uit de achtbaan van opruimen, weggooien, weggeven, verkopen en nog meer opruimen. Wegdoen of ach nee, toch nog maar mee in een doos?
Vloeren eruit en behang eraf. Mijn krakkemikkige knieën uiten fel protest maar het moet.
Nog meer naar kringloop, zestig vuilniszakken in de container. Het tuinpaviljoen gesloopt.
Waarom is het bijna godsonmogelijk om aan een Certificaat van Overeenstemming te komen voor de auto? Wat wil het consulaat daar toch mee? Ik had er nooit van gehoord maar ik zal nu nooit meer vergeten wat dat voor ding is.
Geregel met gemeente door de te krappe tijd die ze bieden die weer in strijd is met de procedure bij het Grieks consulaat. Bewijzen van uitschrijving? Oh nee, toch een niet-ingezetene-uittreksel. Maar dat levert Den Haag pas over een maand. In Breda kunnen we het uiteindelijk afronden.
Zorgverzekering via CAK, maar mijn hemel, die online-aanvraag duurt vier weken! En dit is nog niet eens Griekenland. De afronding in Argos kan alleen maar meevallen.
We puzzelen. Hoe? Wat? Waar? Wanneer?
Het duizelt me. Welke datum is nou handig? Hoe stellen we alle instanties tevreden en onszelf ook? Hoe past het in elkaar zodat we toch eind april weg kunnen? Dat laatste lukt dus niet. Het wordt 8 mei.
Het is acht mei en we gaan.
Dag Den Haag. Dag Nederland.