
Gisteravond merkte ik het al. Ineens zat er wel erg weinig druk op het water. Ik fronste, maar omdat die hier wel eens meer wat schommelt, hoopte ik er het beste van. Morgenochtend gewoon weer douchen.
Maar nee hoor. Vanochtend lag de watervoorziening helemaal plat. Het millimeterdunne straaltje dat nog verscheen droogde na een paar minuten op.
Niets meer! Niet douchen dus.
Nu is dat echt niet het einde van de wereld. We hebben een ruime hoeveelheid flessenwater op voorraad, dus drinkwater is er nog wel. Alleen bekroop me weer de angst dat het alleen bij ons eruit zou liggen, dat er hier iets geks aan de hand zou zijn, wat we niet weten. Iets met verwisselde meters of zo – ik denk nog wel eens aan dat akkefietje met de verwisselde elektriciteitsmeters – maar gelukkig bleek uit het korte gesprekje In Het Grieks! Jaja! met wat buren die samengeklonterd bij de bron stonden te kwebbelen, dat het hele dorp zonder water zat.
‘Weet je wat? Dan ga ik nu die nieuwe kraan installeren!’ kondigt Paul opgewekt aan. We hebben al maanden een nieuwe mengkraan voor de badkamer liggen, maar er is iets met de volle boiler en de leiding niet kunnen afsluiten, dus hij zint al een tijdje op trucs hiervoor. ‘Nu het er toch af ligt!’ Zoiets als ijzer smeden als het heet is.
Ik zie hem druk sleutelen als ik met Mickey terugkom van de wandeling. De oude kraan eraf, de nieuwe er bijna op. ‘Handig he?’ roept hij.
Laat er nou net op dat moment weer water uit de open leiding spuiten. Vies, roestig, bruin, maar wel water! Hij doet het weer, we hebben weer water!
‘Oeps! Nat!’ Met drijfnatte sokken en broek schroeft Paul de leiding even vast zodat de waterstroom stopt. Toch maar even de hoofdkraan dicht dan, onder een put buiten op straat.
Paul is zeiknat, maar we de nieuwe kraan voor de douche zit erop. En we hebben weer water!