‘O kijk, dát is nog eens een grote beer!’ Ik stoot Paul aan, die verstrooid uit zijn krant opkijkt. ‘Waar? O! Ja, die is inderdaad groot!’ Hij leest alweer verder.
Maar mijn interesse is gewekt. Wat moet een Griek met zo’n enorme teddybeer?
Het Griekse busje staat naast ons in de wachtrij voor de ferry vanuit Ancona naar Patras. Een net iets groter busje dan je doorgaans ziet, waarmee ik ooit ettelijke keren mijn huisraad verhuisd heb. De bestuurder stapt uit, reikt terug naar binnen om een enorme knuffelbeer van de voorbank naar buiten te slepen. Mijn oudste heeft er ook zo eentje gehad als kleuter; de beer was groter dan hij.
De Griek, beer onder de arm, staat al een tijdje te ginnegappen met andere Grieken uit andere busjes in de rij, als hij zich ineens realiseert wat hij van plan was. O ja, die beer. Ik heb intussen alle tijd gehad om het dier te bestuderen. Hij is echt leuk, met die printjes onder zijn voetzolen.
De man loopt naar de achterkan van zijn bus, om de beer daarin te gooien. Dacht ik; want het handige van zo’n bus is de grote ruimte die tot je beschikking staat.
Gebiologeerd kijk ik vervolgens toe hoe onze Griek de achterdeur héél voorzichtig opent. Eén, twee centimeter, meer niet. Ik ken keukenkastjes waarbij dit ook nodig is om niet de hele inhoud op de grond terecht te laten komen. En inderdaad, een soort rol tapijt buigt direct naar buiten. Het gaat niet. De bus is vol. Hij kan niet meer open zonder gevaar.
Maar de man is niet voor één gat te vangen. Hij probeert iets anders. De beer gaat terug naar de voorbank en even later komt de Griek te voorschijn met een kleine reistas. Hij slentert hiermee naar de achterdeur. Maar ja, die kan niet zomaar open. Gelukkig herinnert hij zich dat net op tijd.
‘Dimitra!’ .
Hij vraagt hulp van zijn medepassagier. Hij heeft meer handjes nodig. Vanaf de andere kant van de bus verschijnt een giechelende dame, dat moet Dimitra zijn, en ze snapt al wat er moet gebeuren. Samen openen ze de achterdeur, terwijl zij de inhoud tegenhoudt of dat in ieder geval probeert. Rammelende potten en pannen dreigen er onmiddellijk uit te rollen.
De bus zit stampvol. Stukje bij beetje gaat de deur verder open, met haar hele lichaam houdt Dimitra haar pannen en vloerkleedjes tegen, ze redt een steelpan nog net van een duik naar de grond.
Dan krijgt onze Griek de kans om die kleine reistas helemaal bovenin in een hoek te proppen. Snel trappen ze de deur daarna weer dicht, geholpen door het groepje Grieken dat de hele operatie van dichtbij grijnzend en kwebbelend heeft gadegeslagen.
‘Ja, dit zijn alle spullen uit mijn huis!’ schatert Dimitra, haar handen afslaand. ‘Er kan echt geen muis meer bij!’
Dat klopt. En al helemaal geen beer.