Nog vóór de begrafenis hoorde ik zijn stem. Het gebeurde ’s ochtends vroeg, toen ik net wakker werd, het moment dat je in een soort schemerwereld verkeert.
‘Ik zit in Ter Apel!’
Hij was het zonder twijfel, het was zijn stem zoals die in de laatste jaren was. Bezorgd, een beetje hees, buiten adem leek het soms, het was ook precies op de toon dat hij dit zou zeggen.
Ik hoorde mijn vader tegen me praten alsof hij tegenover me stond, een dag of drie na zijn overlijden.
‘Ik zit in Ter Apel!’
Ik frons even. Ter Apel? Hoezo? Het was eind december 1996, van een vluchtelingenopvang was nog geen sprake.Wat moest mijn vader daar nou?
Wilde hij me iets vertellen? ‘Ik ben dan wel dood, maar voor jouw informatie: ik zit nu in Ter Apel, dan weet je dat!’?
Er schoot van alles door me heen. Is hij onmiddellijk na zijn verscheiden al aan een volgend leven begonnen in dat dorp in het uiterste puntje van de provincie Groningen? Een niet echt aantrekkelijke woonplaats vond ik altijd, maar ja, soms heb je het als piepklein, zojuist ontstaan embryo’tje niet voor het kiezen.
Deze opmerking is al die jaren in mijn hoofd blijven zitten. Vanzelfsprekend heb ik dit nooit aan mijn moeder verteld. Maar nog steeds, als ik de naam Ter Apel ergens zie, als die in het nieuws is – en dat is het afgelopen decennia overdadig gebeurd – stel ik me voor dat mijn vader daar nu rondloopt, op onverteerbare wijze bij heel andere mensen dan ik.
Eerst als kind, later als tiener, en nu dan als jonge man van achtentwintig jaar. Stiekem tuur ik nauwkeurig naar foto’s en tv-beelden, want, je weet maar nooit, wellicht herken ik hem ergens?
Hoewel – hem, dat kan evengoed haar zijn, natuurlijk. Je kan als van alles terugkomen.
Nee, diep van binnen weet ik wel dat ik mijn overleden vader er niet op deze manier uit zou pikken. Misschien alleen als ik hem – okee, of haar, wat dan ook – face to face zou tegenkomen. Zou er wederzijdse herkenning zijn, in Ter Apel? Maar een jong mens van achtentwintig zou ook heel goed allang weg kunnen zijn uit dit dorp, zo raar zou dat niet zijn.
Zou mijn vader nog steeds in Ter Apel zitten? Ik weet het niet. Ik heb van hem nog geen bericht daarover ontvangen.