‘Kijk eens, mam.’
S, jongste, schuift mij zijn mobiel onder de neus als ik zijn woonkamer binnenloop. Ik kan natuurlijk niets ontwarren van waar ik naar moet kijken, met al die flitsende voetbalafbeeldingen en tekstberichten.
‘Kijk, dat.’ wijst hij. ‘Wat moet ik hiermee?’
Nu zoom ik in. ‘Oh!’ Ik lees wat berichtenverkeer in het Engels tussen S en iemand die mij volslagen onbekend is.
‘Een gesprek’, licht hij toe. ‘Ze vragen me voor een gesprek. In Engeland. Of zo. Denk ik. Maar ik snap niet helemaal hoe dan. Moet ik erheen of zo?’
Dit gaat me te snel en mijn waarschijnlijk allang overbodige moederlijks bezorgdheid steekt de kop op. ‘Als het een linkje is, niet op klikken!’ roep ik. ‘Als ze geld willen, nergens op klikken! Niet doen!’
Ik hoor een diepe zucht naast me.
Okee, overbodige zorg dus. Ik lees door.
‘Een interview willen ze,’ verklaart hij dan. ‘Over voetbal Over Oranje in het EK!’
Nu ben ik geïnteresseerd. ‘Interview? Maar wie? Hoe dan? Wie is dit?’
Hier kan hij me geruststellen.
De trainster waar S wekelijks sport kent deze jongen in Londen. Zij is ook degene die hem in Londen onder de aandacht heeft gebracht. Zijn sportverslaggeving is bekend in voetbalkringen. ‘Heus betrouwbaar hoor, mam.’ Het resultaat is nu dit bericht, deze uitnodiging. Wil S meewerken aan een voorbeschouwing?
Ik kijk hem aan en zie zijn ogen al glinsteren. Natuurlijk wil hij. ‘Maar ik weet nog niks. Moet ik erheen? Of is het via FaceTime of zo?’
De dagen daarna is hij er druk mee. Het contact is gelegd, een datum wordt geprikt. Hij laat me het Youtube-kanaal zien waarop elke dag iemand uit een deelnemend land een voorbeschouwing doet. Het ziet er goed uit en ook aangenaam, een sympathieke vent, die interviewer. Betrouwbaar, denk ik, geen risico’s.
‘Het is digitaal hoor’, meldt S uiteindelijk. ‘Morgenochtend nemen we op. Alleen, het enige…’ Zorgelijk kijkt hij me aan. ‘Het moet in het Engels natuurlijk. En mijn Engels is nou niet zo geweldig…’ komt er besmuikt grinnikend achteraan.
Dat kan misschien wel kloppen, als ik terugdenk aan zijn middelbare schooltijd. Ondanks de overtuigende huiswerkhulp van Paul. Een talenknobbel was hem toen vreemd. Maar ach.
‘Ik zie wel.’ Onbezorgd wuift hij de taaldrempel weg.
Het duurt ruim een half uur, het interview. Wij horen het vanuit de verte, vanachter gesloten deuren. Voortdurend klinkt mijn zoon enthousiaste stem boven alles uit, onderbroken door de vraagsteller. Ik ben razend benieuwd, maar ik moet me bedwingen tot het allemaal online staat. Als S bezweet, kletsnat, bekaf en opgelucht de kamer weer uitkomt, schiet ik overeind. ‘Hoe ging het?’
‘Ja, goed!’ Zijn stem slaat over van pret en er klinkt een vleugje verbazing in door. ‘Ja, echt. Viel me mee!’
Later zit ik gekluisterd aan de laptop en mijn mond zakt steeds verder open. Ik kijk naar mijn jongste die daar heel ontspannen zit, honderduit pratend met een Brits interviewer. Over de kansen van Oranje, over het EK over het Nederlands elftal, over spelers. Hij verrast mij, hij verrast zichtbaar ook de interviewer. Ja, ik weet dat S tegenwoordig overal op afstapt en met iedereen uitgebreid praat en zich niet met een kluitje in het riet laat sturen. Ik weet dat hij alles weet over voetbal en zich dus daarover absoluut zeker voelt. In het Nederlands dan.
Maar het Engels rolt hem net zo gemakkelijk uit de mond. Vloeiende zinnen, ruime woordenschat. Losjes, maar ook doordacht. Alsof hij dit al jaren doet. Ik sta versteld.
‘Het is geweldig!’ juich ik. Wat deed je dat goed!’
Paul naast mij zit ook te stuiteren. ‘Dit is gewoon heel erg goed!’
De enthousiaste reacties stromen binnen op S’ Instagram. Zijn redacteur bij het regionale blad waar hij sportverslagen voor schrijft, plaatst direct een link van het gesprek op hun website en een artikel in het krantje. ‘Lokale sportjournalist beschouwt kansen Nederlands Elftal op internationaal YouTube-kanaal’.
‘O, maar je Engels is uitstekend!’ roept de Britse interviewer uit, nadat S nog een verontschuldiging plaatst voor zijn naar eigen idee beperkte beheersing van die taal. ‘Dank voor dit fantastische gesprek!’
Een tweede uitnodiging van een ander Brits Youtube-kanaal volgt snel hierna.
‘Het Engels stampen tijdens de middelbare heeft dus wel gewerkt!’ merkt S later op, eenmaal weer een beetje afgekoeld. ‘Dat kostte Paul toen pijn en moeite, maar het heeft effect gehad…’