Ehhh…

‘Efcharistó polí,’ zeg ik vrolijk tegen de serveerster. Niet begrijpend kijkt ze me aan.
‘O nee. Ehh….’
We zijn onderweg, tussen Griekenland en Nederland. Het eerste land dat we dan tegenkomen, is Italië. Ze verstaan hier geen Grieks. En ik kom niet snel genoeg op het benodigde Italiaanse woord. ‘Thank you. Dank? Ehh…’.  De vrouw is alweer weg als het me eindelijk te binnen schiet.
‘Grazie! Ja! Dat bedoel ik!’

‘Efcharisto poli!’ juich ik de volgende dag blij, in het Franse restaurant. ‘Oh…’
Ze glimlacht toegeeflijk, de serveerster, maar ze heeft geen idee wat ik zeg. Ze verstaat geen Grieks.
‘Oh ja. Ehm…. Merci beaucoup!’ Maar ze hoort mijn triomfantelijke Franse zin al niet meer.

‘Efcharistó! Oh nee.’ Nu realiseer ik het me meteen. Ook in Duitsland heeft men geen idee van het Grieks. Hoe zeg je het in het Duits? Nou ja, zeg. O ja! ‘Dankeschön!’ roep ik, volgens mij nog net op tijd.

Ik kom maar niet op het woord in de juiste taal. Althans, niet subiet. Op het moment dat ik het nodig heb. Het Grieks zit hoog, het floept er als vanzelf uit. Maar waar zijn mijn Franse woordjes gebleven? Mijn Duitse? En zelfs soms mijn Engelse? Okee, mijn schooltijd is een halve eeuw geleden. Maar toch?

Ik kom er niet op. Wat in onze Griekse conversatieles gebeurt, of in winkels, of bij kleine gesprekjes met onze Griekse buren, gebeurt me nu   onderweg door in andere landen ook. Alleen andersom. Het Grieks floept eruit, de Duitse of Franse woorden schieten me te laat te binnen. Veel te laat.

Het brein haalt rare streken uit met de mens.

(Visited 47 times)