Onder mij golft de aarde. Ik zit op ons terras en dobber als een bootje op de zee, in rimpelend water. Ik voel de golven en hoor ze ook als een diep gerommel, ver de diepte, en ik zie ze. Ons huis wiebelt zachtjes heen en weer.
‘Een aardbeving’, zeg ik stomverbaasd. ‘Dat moet wel!’
Paul kijkt op. ‘O? Ik voelde wel wat, maar ik dacht dat jij aan mijn stoel stond te rammelen…’
De buren blijven stil, niemand in net dorp reageert. Misschien was dit bevinkje te onbeduidend voor het nationale nieuws, want ik heb hem in geen enkel overzicht kunnen terugvinden. Desalniettemin was hij er.
Onder mij rommelt de aarde. Ik zit in de sportschool op een trainapparaat en voel de trilling, alsof er een olifant op de loopband achter mij aan het rennen is. De vloer voel ik schudden, ver in de diepte dreunt er iets. Het trilt lang na, alsof we ons boven een ondergrondse metrolijn bevinden, maar die heeft Nafplio niet.
‘Een aardbeving,’ constateert Paul enthousiast, ‘dat kan niet anders!’
De andere sporters om ons heen gaan gewoon door, alsof er niets aan de hand is. Waarschijnlijk is dat voor hun ook zo. De aarde trilt wel vaker in Griekenland.
Ook deze beving is niet schokkend genoeg voor het nieuws. In geen enkel overzicht wordt hij vermeld. Toch was hij er wel degelijk.
De aardbol hangt niet stil, er is voortdurend beweging en de mens speelt daarin geen enkele rol. Wij stellen niets voor. Geen enkel dier overigens. Al het leven is overgeleverd aan de natuurkundige krachten, die met niets en niemand rekening houden.
En dat is maar goed ook.