Waar is het misgegaan?

Op oude foto’s is zij onherkenbaar. Zo ken ik haar niet, zo heb ik haar nooit gekend. Daar zie ik mijn moeder als een jonge vrouw, vrolijk, koket, uitdagend, zelfs met een beetje make-up. Iemand die de wereld aan kon. 

Hoe anders is dat op de foto’s uit mijn jeugd. Waar is het misgegaan? Nu zie ik een heel andere vrouw. Een ontevreden, boze vrouw. Mijn ontevreden, kwade moeder. En daar hebben we precies het kantelpunt.
De kokette, vrolijke vrouw werd moeder. Ze kreeg ons, mijn zus en mij en veranderde in een klagende, teleurgestelde vrouw.
Jammer. Het had zo anders kunnen zijn.

Ze hield ons kort, mijn zus en mij. Niks was goed, alleen muziek en school. Uiterlijk was niet belangrijk. Leuke kleding? ‘Doe niet zo stom,’ zei ze. ‘Hup, ga je pianoles doen’.
Want daar draaide haar leven om. Pianospelen. Dat is wat ze wilde. Het enige wat ze wilde. En twee baby’s, peuters, kleuters, dwarse kinderen slokken je op. Kinderen zijn veeleisend. Dus tijd voor de piano had ze even niet, maar vond ze desondanks in elke afgesnoepte seconde. Maar het was te weinig, veel te weinig.

Wat echter wél kon, is ervoor te zorgen dat wij, haar dochters, háár leven zouden gaan leven. Een leven met alleen maar muziek. Dat was dan het minste wat wij konden doen om het goed te maken.
Dus zodra het kon, kregen we muziekles. En oefenen zóuden we, elke dag. O, dat deden we, al was het maar om ma’s humeur goed te houden. 

Ik kende ma niet anders dan met een boze bui, mokkend, klagend, continu ontevreden en altijd weer hoofdpijn. ‘Ze heeft weer een rotbui’, fluisterde ik mijn zus toe. ‘Pas op hoor.’ 
Brave, volgzame ik deed altijd wat ze zei, wat ze wilde. Maar dat was niet genoeg. Ze moest en zou zélf achter de piano, en wel ongestoord.
Nu kijk ik naar foto’s uit mijn jeugd en de schellen vallen van mijn ogen. Haar niet aflatende onvrede, het klagen, het treft me nu pas écht. 

Het is niet mijn fout dat ik besta. Dat ik haar geluk in de weg heb gestaan. Een blok aan het been was. Een belemmering in haar persoonlijke ontwikkeling. Samen met mijn zus. Maar mijn zus heeft zich al vanaf haar vroegste jeugd tegen mijn moeder afgezet. Ik niet, ik durfde dat niet. Ik was een pleaser. 
Een moeder is pas gelukkig als haar kind gelukkig is. Maar volgens mij is dit nooit opgegaan voor mijn moeder.

Terwijl ik ergens best besef hoe groot mijn moeders teleurstelling in haar leven is geweest – ze had zich van te voren niet gerealiseerd wat het hebben van kinderen inhoudt voor in ieder geval de eerste twintig jaar – toch is zíj het die haar verantwoordelijkheden niet heeft genomen. In ieder geval was het totaal ongepast dat zij mij een keer spinnijdig voor de voeten wierp of ik, ondankbaar stuk vreten dat ik was, wel besefte wat ze zich allemaal voor ons had moeten ontzeggen, moeten opgeven, zodat wij een toekomst in de muziek konden hebben. 
Nee, het is niet mijn fout.

Jammer. Had mijn moeder haar idealen maar opzij kunnen zetten, tijdelijk was al geweldig geweest. Ze had die twee kinderen nou eenmaal. Maar zij koos voor het slachtofferschap, klagen, mokken en ontevredenheid. 
Het had zo anders kunnen zijn.

(Visited 35 times)