Pfff. Het valt niet mee.
Ik ben heus wel iets gewend thuis in Griekenland, hoor. Ja okee, op de berg is het heerlijk rustig, geen kip kom je daar tegen. Nou ja, af en toe een boer aan het werk of de kudde geiten met de baas van mijn drie vriendinnen. Ook in de boomgaard is het goed te doen. Ik tref daar deze vriendinnen vaak, en soms mannetjes die daar schijnen te moeten rondlopen om dingen te doen.
Maar verderop in het dorp is er echt wel vertier als we gaan wandelen. Beneden over de weg is daar Hoofdhond Skylos – altijd alert en heerszuchtig -, de bejaarde Fonteinhond die treurig en eentonig blaft, de Dorpsoudste die eeuwig in zijn tuin ligt, een langgerekte blaf laat horen maar nóóit van zijn plek komt, het jonge hondje met de zielige poot die steeds nieuwsgieriger dichterbij komt en ja – last but not least – de Hond met de Bal verderop. Waakhond in een boomgaard, die graag zou willen spelen, maar ja, ik kan er niet bij. Soms negeer ik hem.
Ik loop daar gewoon, snuffelen hier, plassen daar, veel speurwerk in de verte, zonder echt gestoord te worden door Voertuigen. Af en toe eentje, meer niet. ‘Auto!’ hoor ik dan waarschuwend in mijn oor, ‘We gaan even aan de kant!’ Of er rijdt zo’n aftands brommertje langs met een mannetje erop, zenuwslopende herrie, maar goed. Er wordt gezwaaid, gegroet, en ik kan rustig beoordelen of er gevaar dreigt. Maar vaak hebben we de hele weg voor ons alleen.
Nu ben ik in Ypenburg. Dat is echt andere koek. Oh, ik loop hier ook leuke blokjes hoor. Langs water, best veel bomen (gelukkig), en door straten. Ja, die straten. Want waar komen al die voertuigen vandáán, vraag ik me af? Lieve help. Onafgebroken razen ze langs ons heen. Ik mag er niet lopen, ik blijf op het groen of de stoep, ik hoor nooit een waarschuwend ‘Auto!’ en dat begrijp ik wel, want er is geen beginnen aan.
En dan die ratelende en rammelende tweewielers. Of mensen die een soort wagentje duwen. In het begin blafte ik nog wel eens, want ik vertrouw ze niet. Maar weet je wel hoevéél het er zijn? Jemig. Ik kan het niet bijhouden, dus meer dan af en toe een diepe zucht komt er niet meer uit bij mij en ik kan ze alleen maar met open bek nastaren. Pfff. Maar – nóóit wordt hier gezwaaid of gegroet, dat valt wel op. Tja, daar is ook geen beginnen aan.
Al die mensen op straat! Zoveel huizen waar ze in- en vooral ook uitlopen. Zoveel mensen zo vlakbij, aan alle kanten naast ons minituintje. Ik hoor alles, maar wát zit er toch allemaal achter die schuttingen? Al die herrie? Hoe moet ik in vredesnaam het gevaar op afstand houden hier? Gek word ik ervan.
Geen beginnen aan. Pfff.
Haha zo hond zo bazinnetje; te veel te druk te…..