‘O jee.’ verzucht ik. ‘We gaan het onszelf heel moeilijk maken, vrees ik.’
We naderen het volgende, laatste huis van onze zoektocht. Het staat aan de rand van het dorp en oogt prachtig.
Omdat we een beetje vroeg waren, waren we op het dorpsplein even neergestreken bij de kroeg, niet zonder beroering en nieuwsgierigheid van de mannetjes die daar ook zaten. Eentje – de burgemeester, vermoedde Paul – wilde wel heel graag weten wat we kwamen doen, wat overigens heel vriendelijk en welwillend aangehoord werd. ‘Tot later dan!’ zwaaide hij enthousiast, toen we weer op pad gingen.
De eigenaar staat al te wachten.
‘Kijk rustig rond!’ zegt hij, op de Grieks-relaxte manier. Hij spreidt zijn armen. ‘ Het enige dat ik kan doen, is het presenteren. De rest is aan jullie zelf….’
We lopen door de kamers van deze geheel gemeubileerde woning, maar de inrichting bevalt ons beter dan die van de vorige. Goed onderhouden, degelijk en heel schoon.
‘Ik heb vijgenbomen, sinaasappel, druiven,’ de man wijst naar de tuin. ‘Je mag alles plukken. Ook van de moestuin. En,’ vervolgt hij grijnzend,’ er komen kippen tussen de olijfbomen. De eieren zijn voor jullie!’
Ik zie dat wel zitten.
Omdat ook dit een familiehuis is, vraagt Paul hoe groot de kans is dat de familie er op den duur toch zelf weer in wil.
‘Nou,’ zegt hij, wrijvend over zijn kin, ‘Als ze willen komen, kunnen ze in mijn eigen huis. Ik woon hier ook, iets verderop in de straat.’
Zie ik dit ook zitten? Daar twijfel ik wel over. Vooral als hij trots verdergaat met de mededeling dat hij in de tuin nog klussen wil gaan doen. Terrassen bouwen, groentetuin bijhouden.
Krijgen we hier de vrijheid die wij willen?
Leuk huis, leuk dorp. Aardige eigenaar.
Maar…?
Leuk om te volgen