Huis zes

‘Het huis is van mijn vrouw’, bekent hij. ‘Nou ja, het staat op haar naam.’ Hij gaat ons voor, de trap op naar het terras, terwijl hij zijn shirt bij de hals heen en weer trekt. ‘Pfffff….. het is heet, hè?’

Kyriakos, de makelaar, was er iets eerder dan wij. Op de brede oprit van het huis verwisselt hij bij de open achterklep van zijn auto zijn witte overhemd voor een luchtig vrijetijdsshirt.
Terwijl ik mijzelf laaf aan de prachtige omgeving, de olijfbomen tussen de groene heuvels en de stilte ervaar, vertelt hij over zijn Tsjechische vrouw. Ik moet glimlachen als hij opbiecht dat het zijn eigen huis is dat hij als makelaar in de verhuur heeft. Ze is er ook en begroet ons hartelijk.

Kyriakos loopt met ons door de prachtige olijfgaard, die bij het huis hoort, terwijl hij een duidelijk overleden boompje streelt. ‘Een abrikoos!’ Ik zie nog meer van deze bomen staan. ‘Ach ja, deze was wel twintig  jaar. We hadden er dit jaar nog vruchten van. Tot einde toe heeft-ie z’n best gedaan! Maar ja…. Zo is het leven. We worden allemaal oud. Toch?’

Op het geweldige terras bij het huis drinken we met z’n vieren nog wat terwijl we geanimeerd zitten te praten. Het is nog gezellig ook. Ze hebben humor, deze twee, en de relativerende zelfspot die Kyriakos aan de dag legt, bevalt me wel.
‘Moet je kijken wat een natuur!’ Met een brede armzwaai illustreert hij zijn  woorden. 
Ik laat het geweldige uitzicht op me inwerken. De bergen, het groen, de stilte.
’En maar tien minuten rijden en je zit in een dorp waar alles is. Winkels, taverna’s, de zee…’

Ik ben verkocht. Waar moet ik tekenen?

(Visited 127 times)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *