Om half twee ’s nachts is hij uit zijn bed gerold voor zijn laatste dienst in de loeidrukke oliebollenbakweek bij de bakkerij. En de laatste loodjes wegen zwaar. Pas twaalf uur later, halverwege de middag, is hij weer thuis. Bekaf, maar immer opgewekt valt hij neer, Jongste, op zijn bank.
‘Oma belde me nog’, bromt hij. ‘Of ik kwam vanavond. Pfff, geen zin in hoor. Ik kan geen oliebol meer zien, ik ga nergens meer heen en spreek met niemand af. Mij krijgen ze niet van deze bank af vanavond.’
Dat snap ik wel. Bovendien is Jongste nooit een feestbeest geweest.
‘Kom gerust boven hoor,’ zeg ik. Boven is ons deel van het huis. Hij woont op de benedenetage. ‘Doe waar je zin in hebt.’
Ik verwacht niet dat hij de hele avond bij ons komt zitten, redelijk saai als wij zijn op oudejaarsavond, met een boek en de Top 2000 aan.
‘Maar in ieder geval glaasje prosecco om twaalf uur?’
Dat slaat hij niet af.
Een paar keer gedurende de avond loop ik naar beneden, waar ik Jongste languit op zijn bank aantref bij een oudejaarsconference op tv, met steeds lodderigere, kleinere oogjes. Op een gegeven moment schiet ik in de lach. ‘Volgens mij zit je gewoon in te dommelen!’
Maar hij ontkent in alle toonaarden. ‘Het gaat best nog! Weet je wat? Ik neem een kop koffie. Dat helpt.’
Even later horen we hem weer schaterlachen.
Maar tegen middernacht blijft het ineens stil beneden. Glazen zijn ingeschonken, goede wensen uitgewisseld, maar roffelende voetstappen op de trap gepaard met vrolijke uitroepen blijven uit, dus besluit ik maar even poolshoogte te gaan nemen. Ik hoor het eerder dan ik het zie.
Daar zit mijn boomlange Jongste. De tv nog aan, piepjes en pingetjes ratelend uit zijn mobiel, maar hij vast in slaap, wat mij met die oorverdovende herrie buiten van het verboden vuurwerk waarschijnlijk nooit zou lukken.
Ik moet zachtjes giechelen – maar ja, hoe zou ik zijn na al bijna een etmaal op de been? Ik tik hem op zijn knie en zie dan twee verwilderde ogen zich openen.’
Hè? Wat? Wat is er?’’
Je mist het Moment!’
‘Wat? Welk moment?’
’Het is 12 uur!’ probeer ik, knikkend naar de vuurwerkuitbarstingen op de tv. ‘Gelukkig nieuwjaar jongen! Proost!’
Dan valt het kwartje. ‘Oh! Verrek, o ja! Jeetje. Ik was in slaap gevallen…’
Ik grinnik terwijl hij overeind krabbelt.’
Ik wou nog naar jullie komen…’ Nog een beetje verdwaasd grijpt hij dan zijn glas.
‘Gelukkig nieuwjaar mam!’